Fobieën bij kinderen
Een angst wordt een fobie wanneer deze buitensporig is, ontstaat als reactie op denkbeeldige gevaren en gevolgen voor het leven van het kind.
Wat zijn fobieën?
Een fobie is een aanhoudende, buitensporige en onredelijke angst voor een object of situatie. Er wordt gedacht dat 5% van de kinderen en 16% van de tieners een fobie heeft in het VK.
Het is heel normaal dat kinderen bang zijn voor bepaalde dingen - het is een natuurlijke ontwikkelingsfase. Kinderen zijn misschien bang in het donker, voor honden of voor de dokter. Deze angsten maken allemaal deel uit van hoe ze de wereld beginnen te begrijpen en zullen na verloop van tijd heel vaak verdwijnen.
Fobieën verschillen van alledaagse angsten, omdat ze gewoonlijk ernstiger worden naarmate kinderen ouder worden. Kinderen en tieners met fobieën schamen zich vaak voor hun angsten en proberen deze voor anderen te verbergen, vooral voor hun leeftijdsgenoten, omdat ze zich zorgen maken en als overdreven reageren.
Het hebben van een fobie kan een zeer reële impact hebben op uw kwaliteit van leven, vooral als uw fobie iets is dat aanwezig is in het dagelijks leven. Als je tiener bang is in het donker, zal het ongelooflijk moeilijk zijn om naar logeerpartijtjes te gaan. Het hebben van een fobie voor honden kan het onmogelijk maken om naar een park of het huis van een vriend te gaan.
Wat zijn de symptomen van een fobie?
Hoewel we allemaal objecten of situaties hebben die we niet leuk vinden en die we zeker zullen proberen te vermijden (spinnen en slangen komen het meest voor), hebben mensen met een fobie een zeer ernstige reactie die ze gewoon niet onder controle hebben.
Symptomen van een fobie zijn:
- Verhoogde hartslag
- Zweten
- Beven
- Kortademigheid
- Gevoelens van verstikking
- Maagklachten
- Duizelig of zwak voelen
- Angst om dood te gaan
- Gedoofd gevoel
- Weglopen van de situatie
- Vasthouden aan een volwassene
- Huilen of driftbuien
Waarom ontwikkelen sommige kinderen fobieën?
Men denkt dat fobieën zich ontwikkelen om zowel genetische als omgevingsredenen (nature en nurture).
We zijn vastbesloten om bepaalde dingen te vrezen - deze reactie is ontwikkeld als een overlevingstechniek die vroege mensen gebruikten om hun natuurlijke nieuwsgierigheid te temperen en ze veilig te houden. We begrijpen de genetische redenen achter fobieën niet helemaal, maar uit onderzoek is gebleken dat ze vaak in families voorkomen.
Fobieën ontstaan om verschillende redenen, maar een slechte ervaring in de vroege jaren kan een gedachtenpatroon opwekken dat resulteert in een sterke angst voor een situatie - als uw kind bijvoorbeeld ziek wordt na een injectie, kan het een aanhoudende angst ontwikkelen om injecties, die na verloop van tijd erger kunnen worden.
Kinderen kunnen ook 'leren' een fobie te hebben - bijvoorbeeld als een naast familielid bang is voor spinnen en het kind ziet ze schreeuwen als ze er een zien, dan kunnen ze die angst ook ontwikkelen.
Hoe kan ik mijn kind met een fobie helpen?
Als eerste stap kan uw kind baat hebben bij een beoordeling door een psychiater, een arts met expertise op het gebied van geestelijke gezondheid. Kijk bij deze beoordeling niet alleen naar de angstsymptomen die uw kind ervaart, maar kijk ook of er andere onderliggende factoren of aandoeningen zijn waarmee rekening moet worden gehouden om de meest effectieve behandeling te vinden.
CGT en andere praattherapieën kunnen erg nuttig zijn voor kinderen en tieners met een fobie bij het aanpakken van hun denkpatronen en hen helpen gezondere coping-mechanismen te formuleren.
Geleidelijke blootstellingstechnieken kunnen ongelooflijk nuttig zijn om de angst van een kind of tiener te helpen overwinnen, maar het moet zorgvuldig worden toegepast door een expert, alsof verkeerd uitgevoerde technieken de situatie veel erger kunnen maken en het vermogen van het kind om vertrouwen.
Praat met een gekwalificeerde professional
Een gratis, vertrouwelijk gesprek kan u snel op weg helpen om de controle terug te krijgen. Alle telefoontjes worden beantwoord door een getrainde assistent-psycholoog die luistert en vragen stelt, alvorens de meest geschikte behandeling voor te stellen.